Weet je nog niet precies wat je wil met je tuin? Ben je uitgekeken op je tuin en zou je het liefst wel eens iets anders willen? Of misschien heb je ergens in je tuin een plekje over waarvan je je afvraagt wat je er mee zal doen. Er zijn nogal wat mogelijkheden, maar heb je ook wel eens gedacht aan een rotstuin aanleggen?
Een rotstuin heeft je veel te bieden en is ook nog eens makkelijk qua verzorging en onderhoud. En de aanleg van een rotstuin valt reuze mee, zeker voor een tuinliefhebber als jij!
In dit artikel vertellen we je alles wat er bij een rotstuin aanleggen komt kijken. Uiteraard geven we je ook een aantal tips voor planten in je rotstuin, zodat je direct een goede start maakt.
Stappenplan rotstuin aanleggen
Om je vast een beeld te geven van wat er allemaal komt kijken bij een rotstuin aanleggen hebben we een stappenplan voor je gemaakt. Uiteraard lichten we alle stappen verderop in dit artikel verder toe.
Een rotstuin aanleggen in 6 stappen:
- Kies de juiste plek
- Kies een stijl voor je rotstuin
- Drainagelaag aanbrengen
- Zand aanbrengen
- Rotsen aanbrengen
- Beplanting aanbrengen
Wat is de beste plek voor een rotstuin?
Misschien heb je al wel een plekje op het oog voor je rotstuin. Je begint in elk geval nooit zomaar lukraak ergens in je tuin met de aanleg van je rotstuin.
Wat je bij het bepalen van de plek wel even moet weten, is dat het niet verstandig is om een rotstuin aan te leggen op een plek waar de zon nooit komt. In de schaduw dus.
Op een plek in volledige schaduw is het vrijwel altijd vochtig. Ideale omstandigheden voor de groei van mos. Voor je het weet zit er mos op je stenen en uiteindelijk heb je dan meer een mostuin dan een rotstuin.
De beste plek voor een rotstuin is een plek in de volle zon of in halfschaduw (mix van zon en schaduw). Op zo’n plek komt de rotstuin het best tot zijn recht en geniet je er het meest van.
Werk met hoogteverschillen
Een rotstuin is zonder enige twijfel het mooist als er hoogteverschil in zit. Een rotstuintje wordt niet voor niets ook wel een bergtuintje genoemd.
Zeker, je kunt een rotstuintje ook vlak houden, maar het leuke, speelse effect van dit type tuin is dan stukken minder. Ook de planten komen dan minder tot hun recht. Uiteindelijk is dit alles een kwestie van smaak en daar valt simpelweg niet over te twisten.
In veel tuinen is er van nature al een beetje hoogteverschil aanwezig. Dit kun je dan prima gebruiken voor de aanleg van je bergtuin. Wanneer dit niet het geval is, dan is het niet heel lastig om zelf hoogteverschil in je tuin aan te brengen. Dit doe je met behulp van zand en grond, maar daarover verderop in dit artikel meer.
Kies een rotstuin stijl die bij je past
Wil je het jezelf heel gemakkelijk maken? Dan koop je stenen, je plaatst deze in je tuin, zet er plantjes tussen en klaar. Dit zal er het eerste jaar best aardig uitzien, maar je komt er al snel achter dat dit toch niet het tuintje is geworden dat je in gedachten had.
Je rotstuin is namelijk een soort allegaartje geworden van stenen en planten die niet op elkaar afgestemd zijn.
Hoe het dan wel moet? Nou, niets moet natuurlijk, maar we raden je sterk aan om te kiezen om je rotstuin aan te leggen in een bepaalde stijl.
Dit betekent dat je kiest voor een bepaald type steen en dat je kiest voor planten die passen bij en zich thuis voelen in de door jou gekozen stijl. We zetten een aantal stijlen voor je op een rijtje.
Bergstijl
Een rotstuin in deze stijl ziet er ietwat ruig uit. De stenen zijn wat groter, grover en zijn minder ‘gepolijst’. Het hoogteverschil in deze stijl mag best flink zijn en tussen de stenen leg je kiezels of grof grind neer.
Als beplanting kies je voor typische rotsplantjes als bijvoorbeeld de Sempervivum Weberianum en de Sedum Delosperma, maar ook het Karpatenklokje (Campanula carpatica ‘Torpedo’) is een aanrader.
Rotsplantjes voelen zich als een vis in het water in deze omgeving en groeien fraai tegen de stenen op.
Rotstuin in Japanse stijl
Wil je een rustgevende rotstuin? Dan is er eigenlijk maar één keus en dat is kiezen voor de rotstuin in Japanse stijl. Kenmerkend voor de Japanse bergtuin is dat je hier geen enkele plant in aantreft. Uitzonderingen daargelaten.
Het draait bij deze stijl dus echt om ‘het gesteente’. Centraal middelpunt van de Japanse rotstuin is een grote kei, maar ook een stapeltje wat kleinere stenen kan heel goed. Rondom de grote kei of het stapeltje stenen leg je zand of grind neer. Hiermee creëer je een bepaalde sereniteit in je tuin, waardoor je echt kunt ontspannen en tot rust komt.
Chinese stijl
We blijven nog even in het verre oosten en wel met de rotstuin in Chinese stijl. Deze stijl komt het beste tot zijn recht als je wat meer ruimte tot je beschikking hebt.
Deze rotstuinen hebben veelal een mooie vorm en bevatten vrijwel altijd een waterpartij. Dit kan een kabbelend stroompje zijn dat een beekje nabootst of een klein watervalletje.
Tussen de stenen is veel ruimte voor beplanting als bijvoorbeeld Muurfijnstraal (Erigeron Karvinskianus), Beverboom (Magnolia ‘Susan’) en Pampasgras (Cortaderia Selloana).
Woestijn als rotstuin
Het thema ‘woestijn’ is uitstekend toe te passen in een rotstuin. In tegenstelling tot de Chinese rotstuin tref je hier geen weelderige, rijke plantengroei aan. Integendeel! Beplanting hou je, net als in een echte woestijn het geval is, beperkt.
De hoofdmoot van een rotstuin in deze stijl is dan ook stenen en zand. Door een fraaie vorm te kiezen en bijvoorbeeld enkele mooie cactussen, Ficinia Truncata Ice Crystal of aloë vera te planten creëer je met relatief weinig middelen een unieke rotstuin.
Europese stijl
Wil je het liefst dicht bij huis blijven qua stijl? Dan is de Europese rotstuin voor jou een uitstekende keuze. Je werkt met gladde stenen die de Europese rivieren en het Europese laagland symboliseren.
In tegenstelling tot de andere stijlen, tref je in de Europese rotstuin relatief veel grond aan en minder zand. In deze grond plant je bijvoorbeeld Reigersbek (Erodium foetidum ‘County Park’), Duizendknoop (Persicaria affinis ‘Darjeeling Red’) en Liggende ereprijs (Veronica prostrata ‘Rosea’).
Deze vijf stijlen zijn de meest voorkomende stijlen rotstuinen. Er zijn er echter meer en laat je ook zeker niet tegenhouden door je eigen creativiteit. Zo kan een mix van stijlen heel mooi uitpakken en is er nooit iets mis met het ontwerpen of ontwikkelen van een eigen stijl.
Zorg voor een goede waterdoorlatende ondergrond (drainagelaag aanbrengen)
Ok, terug naar de daadwerkelijke aanleg van je rotstuin. Bij een rotstuin moet je er altijd voor zorgen dat regenwater goed afgevoerd wordt. Dit doe je door een goede ondergrond aan te leggen.
Deze ondergrond noemen we ook wel een drainagelaag. Deze drainagelaag komt helemaal onderop te liggen, dus onder het zand/grond waar de rotsen en planten op komen.
Hoe ziet een drainagelaag er dan uit? Deze laag bestaat uit goed waterdoorlatend materiaal als bijvoorbeeld grof(!) grind, los grof puin of stukken terracotta (van die oranje ‘stenen’ bloempotten). Hou het materiaal vooral grof, voor het beste resultaat.
Kom maar op met dat zand!
Bovenop de drainagelaag komt zand te liggen. Veel rotsplanten voelen zich prettig in een zandbodem en bovendien heeft zand als groot voordeel dat je hiermee makkelijk je rotstuin kunt vormen. Zowel horizontaal als verticaal.
Ga hier mee aan de slag en overhaast dit niet. Doe eens een stapje terug en kijk of de door jou gemaakte vorm inderdaad de vorm is die je voor ogen had. Is dit niet het geval? Dan heeft zand ook nog eens als voordeel dat je de vorm makkelijk aan kunt passen.
Tijd voor de stenen
Vorm helemaal naar wens? Dan is nu de hoogste tijd om de stenen aan te brengen in je rotstuin. Denk eraan dat je kiest voor stenen die horen bij de door jou gekozen stijl!
In sommige gevallen is het lastig om aan de juiste stenen te komen. Dit is bijvoorbeeld het geval als je gekozen hebt voor de Japanse rotstuin en graag één grote rots in je tuin wil.
Vergis je bovendien niet in de prijs van rotsen en keien. Je betaalt vaak een prijs per kilo en we hoeven je vast niet uit te leggen dat het gewicht al snel behoorlijk kan oplopen.
Gelukkig zijn er voldoende alternatieven om aan rotsen te komen. Er zijn genoeg mensen die liever geen rotsen of keien in hun tuin willen en om hier vanaf te komen bieden ze deze vaak gratis aan. Even op internet speuren kan je dus veel geld besparen.
Wanneer je de rotsen in huis hebt, of liever gezegd, in je tuin hebt, is het tijd om deze hun definitieve plek in de rotstuin te geven. Dit is best een leuk, maar misschien ook wel een lastig, karwei. Zie het als een puzzel, waarbij alle stukjes uiteindelijk op hun plaats vallen. Druk de stenen een klein beetje in het zand aan, zodat ze vast komen te liggen.
Het aanbrengen van de beplanting in je rotstuin
Je rotstuin ziet er waarschijnlijk als best mooi uit. Maar de finishing touch is natuurlijk de beplanting. Zoals gezegd groeien veel rotsplanten prima op zandgrond. Maar dit geld uiteraard niet voor elke soort.
Om toch ook de planten die liever met hun wortels in aarde staan een plek te geven maak je op de plaats waar de plant moet komen een kuiltje in het zand. Dit kuiltje vul je met potgrond en hier zet je vervolgens de plant in.
Om te voorkomen dat de potgrond wegspoelt (en voor de looks van je rotstuin) kun je de grond nog afdekken met grind of kiezels. In plaats van potgrond kun je ook kiezen voor fijn grind, want ook daar groeien bepaalde rotsplanten uitstekend op.
Check bij de aankoop van planten dus altijd even welke bodemsoort hun voorkeur geniet. Oh ja, wees niet al te scheutig met de beplanting van je rotstuin. Rotstuinplanten groeien vaak snel en weelderig, dus die uitbundige groei komt echt vanzelf en vaak sneller dan je dacht.
En nu genieten van je rotstuin
Je rotstuin aanleggen is misschien best een klus geweest, maar wees trots op het resultaat. Voordeel is dat een rotstuin weinig onderhoud nodig heeft. Dus nu rest je nog maar één ding en dat is genieten van je rotstuin. Wij wensen je hierbij natuurlijk heel veel plezier!